Bij de transitie van fossiele energiebronnen naar duurzame bronnen voor warmte zijn er verschillende opties. Niet alle opties zijn even duurzaam. Delft sorteert voor op een warmtenet gevoed door restwarmte uit de Rotterdamse haven en geothermie.
Hieronder staat een overzicht van de CO2-emissie van de verschillende warmtebronnen voor Hoge Temperatuur warmtenetten (HT).
De CO2-emissie per hoeveelheid warmte van de verschillende bronnen:
- Warmte uit biomassa –-> 13 kg/GJ
- Geothermie ––> 20 kg/GJ
- Warmte uit afval ––> 26 kg/GJ
- Restwarmte ––> 26 kg/GJ
- Warmte van een gascentrale ––> 32 kg/GJ
- Warmte van een kolencentrale ––> 45 kg/GJ
- Individuele CV-ketel op aardgas ––> 61 kg/GJ
- All Electric met Warmtepompen* :
- – COP 2,5 —-> 47 kg/GJ
- – COP 5,0 —-> 23 kg/GJ
Bron: Amsterdam; (*) energiemix 2020
De energiemix is de samenstelling van groene en grijze elektriciteit die wordt gebruikt in Nederland. De energiemix bepaalt de CO2 emissie van warmtepompen. Deze daalt verder naar mate de energiemix groener wordt, d.w.z. meer duurzaam opgewekte energie zoals wind- en zonne-energie. Warmtepompen die gebruik maken van zelf opgewekte zonne-energie kunnen in principe emissievrij zijn.
Het vervangen van individuele CV-ketels door een collectief warmtenet gevoed met restwarmte halveert de CO2 uitstoot ongeveer.
Met het elektrificeren van de warmtevoorziening met warmtepompen op het elektriciteitsnetwerk kan een vergelijkbaar resultaat worden behaald.
Waar komen de verschillen tussen warmtebronnen vandaan en hoe worden deze berekend? Dat leggen we hier uit.
De keuze heeft grote invloed op de infrastructuur voor de distributie van energie. Een warmtenet moet nog worden aangelegd en de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk moet worden uitgebreid om dit op grote schaal te realiseren. Lees meer.